Theorie
B.A.A.T.® staat voor Baaijen’s Atlas Align Treatment.
Bij een beperking in de hoge nek blijkt altijd sprake van een licht foute positie van de Atlas, C1, de eerste nekwervel ten opzichte van de schedel. De wervel kan licht naar links of rechts verschoven staan en links en/of rechts niet goed naar voren glijden. Dit is door mij te voelen en vaak ook door de betrokkene ‘mee te voelen’.
In het verleden en nog steeds wordt manueeltherapeuten geleerd om C1-C2 te mobiliseren/manipuleren. Het is een veel bediscussieerde behandeltechniek gezien de potentiële risico’s op hersenletsel door letsel van de arteria vertebralis, een slagader die van belang is voor de bloedvoorziening van de hersenen.
Een nieuwe manier om deze beperking te verhelpen is door mij ontwikkeld en gaat middels minieme pulsjes op C1, waarbij de positie van de eerste wervel ten opzichte van de schedel wordt gecorrigeerd. Bij deze techniek wordt de nek niet gedraaid en er wordt niet ‘plotseling’ aan de nek getrokken: er wordt niet ‘gekraakt’! Inmiddels pas ik deze techniek nu ruim 12 jaar toe met hooguit lichte na-reacties. Geen ernstige complicaties. Lees verder bij Behandeling.
Voor zover ik heb kunnen nagaan in de bestaande literatuur en heb nagevraagd bij diverse collegae is deze behandeltechniek niet eerder omschreven.
Daarnaast heb ik ontdekt dat een beperking op C1-C2 vrijwel altijd leidt tot een hogere spanning van de m. psoas major, een spier diep achter in de buik, aanhechtend links en rechts aan de voorkant van de lendenwervelkolom en diep aan het bovenbeen, de heupbuiger. Aanhoudende spanning van deze spier kan tot een veelheid van klachten leiden. Deze klachten en de hypothese t.a.v. de relatie hoge nek en m. psoas major worden beschreven in mijn boekje. Zie ook Mogelijke klachten
Meer over de B.A.A.T.-methode lezen?
Bestel dan nu het volledige boek ‘B.A.A.T. bij manuele therapie’.
Boek bestellen